Poëzie

Verwoord
Op een zomerse middag
lag ik in de hangmat
onder de appelboom
een Cox vol rijpend fruit
ik zag hoe de wind licht bewoog
over het groene blad
golven tegen de blauwe hemel
genoot ik het moment met
geluiden van voorbijgaande aard
in de geur van zomers gras
en in dat golvende licht
liet de wind woorden achter
toen is een gedachte
Eilandvrouw
In een blik naar voren
grijzend door de tijd
de weidsheid beschouwend
en maar speurend naar ruimte
aangedragen door een golvende zee
waar de horizon uiteindelijk zich buigt
over de ronding van haar aarde
zo zie ik jou, eilandvrouw
ooit nagenoeg dichtbij
tastend in de niet aflatende
wind van zee
waar de jaren niet tellen
wel hoe golven de kust bereiken
Ik-wadloper
Golfslag schuimkop
sta ik tot mijn enkels in het slik
ik-wadloper zocht ruimte
met zuigende kracht
bewoog de wind tot tranen toe de wolken
in bevlogen luchten over het opvliegend wad
schaduwen uit het verleden als ongeschreven gedichten
ik-wadloper zag niets om me achter te verschuilen
slechts een paar woorden en het tij dat keert
met het suizen van de wind langs de waterlijn
wacht de einder bij eb en de tijd die het neemt
de stilte voor de vloed
Windvrouw
De wind heeft mij meegenomen
windvrouw hemellichaam met gouden lokken
langs mijn stad met bekribte oevers van basalt
met het verlangen naar de zon
joeg zij het water op
watervlakte stroomafwaarts
waar het later in zijn vroeger strandde
in een verlegde vloedlijn en
waar het bij eb de warmte van
de dag weerspiegeld zag
want nat was het bij tijden
Lied voor vogels (Pau Casals)
In mijn wereld strekt zich de nacht uit
een stille wereld waarin ook mijn lief slaapt
mijn voeten zijn zeker in dit duister
geen tred verdwijnt zonder zinnen in verlatenheid
de wereld voor me ligt ook achter me
er is geen onbekend terrein - alles is goed
slechts de paden lopen anders
vertrouwen te gaan zoals mijn moeder bij leven en
kende de dood toen de dag was gaan slapen
baarde zij mijn verlangen het duister te omarmen
in de stilte van haar schoot
een lied voor vogels als bij het krieken van de dag
gestreken voor de eeuwigheid
een stem wanneer de nacht is vergeten - verluidt het licht
-
Een zwerm van steltlopers strekt zich door
de lucht in een choreografie voor vleugels
golvende lucht en golvende zee
de vloedlijn achtergelaten met leven spoelde vol
was ik toeschouwer een stip getuige
de schoonheid die mij liet zijn
-
Op de uiterste punt van de pier
waar menig afscheid was genomen
verwelkomde ik mijn lief
kokkels en mossels en mijn lief op de boot
zand in mijn haren en zoute lippen
zij; sternen rond haar hoofd
-
In het gekozen ruime sop dreunt onder mij het kielzog
naar wat ik verliet op weg naar mijn eiland
in een zich verwijderende horizon
zilvermeeuwen en kleine sternen doen hun kunstjes
gekscherend planerend voor hun maal
brood uit vrije hand voert mijn vergeten
-
Licht waakt in vierkwartsmaat over dit slapend eiland
streelt de nachtzwarte zee in zijn komen en gaan
voor wie niet blind wil varen
mijn lief ontwaakt uit haar schelp van slapen
ruikt naar het wad en spreekt in golven
over het zingen van de zee
-
In het roepen van de wind
weet de horizon niet
wat achter hem ligt in de wisseling van het tij
weet het strand niet wat er met zijn zand gebeurt
trekt de witkoppige branding aan de grond onder
mijn voeten en lach ik de golven tegemoet
-
Mijn lief stond om mij heen
hoog op een duin wuivend in de wind
de stralen van ogen te vertalen
en de zon scheen over het ruisen van de terugtrekkende
zee genoot ik de golven in hun komen en gaan
als een stern planerend in tegenlicht
-
De zee draagt de vogel trekt zich op aan de lucht vliegt
om mijn hoofd nestelt de gezochte leegte in een dei-
nende wereld aangewaaid vol van geurend slik
de wereld losgelaten verdwijnt hij in het licht van zee en
luchten als een vergeten dat dit varen met zich brengt
beweging over een lichaam van water